Tsjechisch Nationaal Symfonieorkest: Mahler & Bruckner
Over het evenement
Het CNSO eert de 200ste geboortedag van de Tsjechische klassieker Bedřich Smetana (1824‐1884) met een abonnementsconcert. Als onderdeel van deze viering zal het orkest Smetana's symfonische gedicht Wallenstein's Camp uitvoeren. Dit stuk vormt samen met Richard III en Hakon Jarl een trilogie die bekend staat als de Zweedse symfonische gedichten. Smetana componeerde deze werken tijdens zijn verblijf in Göteborg, onder invloed van Franz Liszts innovatieve benadering van programmamuziek. Wallenstein's Camp vangt de sfeer van een militair kamp, van de vrolijkheid van de soldaten bij het vallen van de avond tot de stilte van het kamp als ze slapen en de wacht zijn taken uitvoert. De reveillefanfare markeert het begin van een nieuwe mars.
De beroemde Oostenrijks‐Tsjechische componist en dirigent Gustav Mahler (1860‐1911) drukte zich uit door middel van symfonie en zang, waarbij hij een complexe relatie tussen de twee genres onderhield. Vandaag de dag wordt hij algemeen beschouwd als een van de grootste componisten en muzikale visionairs van zijn tijd. Mahler componeerde een liederencyclus getiteld Vijf liederen op gedichten van Friedrich Rückert voor zang en piano in 1901 en 1902. Tegelijkertijd zette hij nog vijf andere gedichten van Rückert op muziek, waarmee hij de cyclus Kindertotenlieder (Liederen over de dood van kinderen) creëerde. Deze cycli tonen Mahlers betovering met Rückerts gedichten en worden erkend als twee van de meest exquise liedcycli die er bestaan.
Anton Bruckner (1824‐1896), een Oostenrijks componist en organist, deelt zijn historische jubileum met Bedřich Smetana in 2024. Bruckner is vooral bekend om zijn gewichtige verzameling symfonieën, waarvan zijn twaalfde symfonie onvoltooid is gebleven. Hij herzag zijn symfonieën voortdurend, wat resulteerde in meerdere versies van elke symfonie. Tegen het einde van zijn leven herzag Bruckner zelfs zijn hele reeks symfonieën tegelijkertijd en beschouwde ze als één samenhangend werk. Symfonie nr. 7 in E‐groot was een belangrijke prestatie voor Bruckner. Na twee jaar werk ging het in 1884 in première in Leipzig onder leiding van Arthur Nikisch. Deze première betekende het eerste echte succes voor de componist, aangezien zijn vorige symfonieën negatieve recensies hadden gekregen of helemaal niet werden uitgevoerd. Het succes in Leipzig werd gevolgd door uitvoeringen in München, Keulen, Hamburg en Graz voordat het uiteindelijk werd uitgevoerd in Wenen, de stad die afkeer en vijandigheid had getoond ten opzichte van Bruckners muziek, die sterk was beïnvloed door Richard Wagner.
Giet / Productie
Tsjechisch Nationaal Symfonieorkest
Jan Pellant, dirigent
Filip Bandžak, bariton