Barokconcert: Händel, Telemann, Gluck
Over het evenement
Doe mee met Jordi Savall en het Budapest Festival Orchestra voor een barokconcert met Händels Water Music, Telemanns Hamburg Ebb and Flow en Glucks Don Juan‐ballet suite.
Jordi Savall staat weer aan het roer van het Budapest Festival Orchestra! Deze keer dirigeert de levende legende van de oude muziek een productie rond de thema's van de natuurlijke elementen en de furiën, uitgevoerd op historische instrumenten door het in 2011 opgerichte barokmuziekensemble van de BFO. Het programma toont drie muzikale mijlpalen en drie persoonlijkheden uit de 18e eeuw. De protagonist van de eerste helft van de avond is water. De Händelsuite werd voor het eerst uitgevoerd op de Theems en Telemanns stuk viert de bron van de Hamburgse economie, de rivier de Elbe. De twee tiendelige baroksuites worden gevolgd door het ballet van Gluck — aan het einde van het bekende verhaal betaalt Don Juan voor zijn aardse zonden. Met een concert dat de krachten van de natuur prijst, wil Savall ons eraan herinneren dat onze planeet, ondanks de milieucrisis, met collectieve inspanning nog steeds kan worden gered.
Water Music wordt geassocieerd met een van de meest opwindende concerten in de muziekgeschiedenis. In 1717 hoopte Händel — die in en uit de gratie zou vallen bij de heerser — de vorst een plezier te doen door drie suites te componeren ter ere van koning George I. De stukken werden uitgevoerd op de Theems, op een boot in de buurt van de schuit van de koning. Als de twee schepen dicht bij elkaar lagen, speelde het orkest de zachtere Air of een van de menuetten, als ze verder uit elkaar lagen, speelden ze de meer levendige dansbewegingen. De uitvoering was een doorslaand succes. De zogenaamde Franse ouverture van suite nr. 1 begint langzaam en elegant, rijk aan langgerekte ritmes, en eindigt met een levendige, snelle passage. Onder de volgende delen vinden we een fanfare‐achtig allegro, een staccato adagio, een elegant en robuust menuet, een bourrée die telkens met een andere orkestratie verschijnt, en een andante waarmee het stuk in mineur wordt afgesloten.
In 1723 werd de honderdste verjaardag van de oprichting van de Hamburgse Admiraliteit gevierd met een groots evenement. De muziek voor deze gelegenheid, die weerklonk met kanonschoten en versierd was met vlaggen, werd geschreven door Telemann, de belangrijkste componist van de stad, die tijdens zijn leven honderden suites schreef. Als eerbetoon aan de havenstad stond de zee centraal in de compositie, die al haar stemmingen en karakters opriep. Na de ouverture die de verschillende facetten van het water laat zien, treden mythologische figuren die bekend zijn bij zeelieden op de voorgrond. Eerst verschijnt Thetis, de zeenimf, slapend en dan weer wakker (sarabande en bourrée), gevolgd door de verliefde Neptunus (loure), de Najaden (gavotte), Triton (harlequinade) en tot slot Aeolus en Zephyrus, de meesters van de winden. De suite eindigt met dansbewegingen die het eb en vloed uitbeelden en matrozen die feestvieren in de taveerne.
Nauwelijks een jaar voor het beroemde Orfeo ed Euridice (Orpheus en Eurydice) componeerde Gluck zijn balletpantomime Don Juan. Net als zijn opera's hervormde Gluck het ballet als genre door de relatie tussen muziek en dramatische plot prioriteit te geven boven de technische kwaliteiten van de vertolkers. Uitgewerkte personages, diepe emoties, onverwisselbare en onmisbare bewegingen kenmerken zijn vertellingen. Het stuk had ook een impact op Mozarts opera's. Na de ouverture van de suite die een derde van het ballet uitmaakt, ontvouwt zich het verhaal van Don Juan en de gouverneur, culminerend in de muziek van de verdoemenis. Na de monumentale beweging die aardbeving, hellevuur en de rusteloze dans van de Furiën tot leven brengt, eindigt het verhaal met pianissimo van trompet en trombone.